Kidstennis
Tenniskids is een programma van de Nederlandse tennisbond, de KNLTB, dat kinderen op een leuke manier laat kennismaken met tennis. Tenniskids is hoofdzakelijk ontworpen voor kinderen, maar eigenlijk is het een leuke manier van tennis spelen die gebruikt kan worden voor alle leeftijden en niveaus. ProLife-Tennis werkt met deze methode. Jonge of onervaren spelers krijgen de mogelijkheid om de vaardigheden en de tactiek van tennis te leren en eigenlijk het spel te spelen. Tenniskids gebruikt drie kleuren in de opeenvolging van verkeerslichten die de vooruitgang van kinderen in tennis in kaart brengen.
Tennisfase rood: miniveld
Gemiddeld zijn kinderen in fase Rood tussen de vijf en acht jaar oud. Aangezien Rood de eerste fase van minitennis is, beschikken kinderen nog over weinig vaardigheden.
In deze eerste fase maken kinderen kennis met het tennisspel. Zij starten met het ontwikkelen van basisvaardigheden zoals bewegen en coördinatie, nemen deel aan veel leuke activiteiten en spelen kleine wedstrijden
Een jonge speler is in staat vanuit Rood door te gaan naar Oranje als ze de onderstaande vaardigheden beheersen (gemiddeld genomen is dit als kinderen 7/8 jaar oud zijn):
- In balans blijven tijdens het lopen,stoppen, springen en landen.
- Gooien in verschillende richtingen.
- Bewegen vooruit, achteruit en zijwaarts met het doel de aankomende bal te vangen nadat die één keer heeft gestuiterd.
Spelen:
- Een rally spelen met de trainer of een andere speler. Uiteraard uitgevoerd met een rode bal op een 12 meter baan.
- De bal zowel met de forehand als de backhand kunnen slaan. De beweging wordt van laag naar hoog uitgevoerd.
- Een basis uitgangspositie beheersen.
- Een basis bovenhandse service (in één soepele beweging) in het juiste servicevak slaan.
- Begrip over hoe punten worden gewonnen en verloren.
- Wedstrijdervaring in toernooivorm.
Een te snelle overgang zal zorgen voor verminderd zelfvertrouwen bij de kinderen en een te langzame overgang zal zorgen voor verveling bij de kinderen. De overgang naar de volgende tennisfase wordt zorgvuldig gekozen.
Tennisfase oranje: driekwart veld
In de tweede fase wordt gewerkt aan de verdere ontwikkeling van de basisvaardigheden. Kinderen leren nieuwe slagen en technieken, die hen voorbereiden op het spelen op een grote baan. De wedstrijden worden steeds langer.
Spelers gaan naar de Groene fase als zij onderstaande vaardigheden in Oranje beheersen (meestal bij 8/9 jaar oud, afhankelijk van hun vaardigheid en startleeftijd).
Spelen:
- Een cross court- en langs de lijn rally van meer dan 6 slagen spelen vanaf de 18 meterlijn, waarbij de bal steeds goed op het racket komt.
- De richting en hoogte van de bal tijdens de rally kunnen veranderen met als doel de tegenstander te laten bewegen.
- Een basis forehand slagvoorbereiding laten zien met een eenvoudige heup- en schouderrotatie en door gebruik te maken van de andere arm tijdens de draai.
- In één goed gecoördineerde beweging serveren, waarbij beide armen tegelijk bewegen. Tijdens de beweging moet de speler goed in balans kunnen blijven.
- De speler begrijpt wanneer hij moet oplopen naar het net. Dus na een korte bal of wanneer hij een volley toegespeeld krijgt.
- Speler laat zien dat hij de hele baan kan afdekken door steeds de juiste uitgangspositie in te nemen.
Daarnaast wordt er van de spelers verwacht dat zij:
- Gecoördineerd kunnen rennen, waarbij arm- en beenactie tegengesteld tegen elkaar gebruikt kunnen worden.
- Verschillende vormen van voetenwerk beheersen, waarbij gebruik wordt gemaakt van ladders, pylonen, etc.
Tennisfase groen: hele veld
De voorbereiding op het ‘hele baan’ tennis. Kinderen in deze leeftijd (ongeveer vanaf 10 jaar) zijn groter en sterker en dus in staat de hele baan te bestrijken. Techniek en tactiek worden verder ontwikkeld, evenals atletische vaardigheid. Wedstrijden worden wederom langer en competitietennis speelt een belangrijke rol.
Tenniskids zijn klaar voor het echte tennis als ze onderstaande vaardigheden beheersen:
- De eerste en tweede service is een goed gecoördineerde beweging. De opgooi en het raakpunt zijn optimaal. En drie van de vijf tweede services worden in geslagen.
- Service returns worden zowel crosscourt als rechtdoor langs de lijn geslagen. Zes van de tien returns worden in het veld gespeeld.
- Speler kan een rally van vijftig spelen met maximaal vijf ballen. De gespeelde forehands en backhands worden vanuit verschillend posities in het veld technisch goed uitgevoerd en ook het raakpunt is goed gekozen.
- Baselinerally met trainer of partner, waarbij telkens twee forehands crosscourt en één rechtdoor. De speler kiest na elke slag een juiste uitgangspositie en plaatst zes van de tien ballen op de aangewezen plek. Dezelfde rally wordt ook gespeeld met de backhand.
- Aanval-rally-verdedigingsspel met partner of coach. De speler roept wat hij denkt te moeten doen met elke bal (afhankelijk van de snelheid/lengte van de bal) en past de gekozen tactiek aan. De speler roept wat hij denkt te moeten doen met elke bal en past de gekozen tactiek toe.
- In een rally staat de speler op het juiste moment een approach shot, rent door naar het net, maakt een split step en volleert. De volleys zijn gecontroleerd, het raakpunt klopt en zes van de tien volleys zijn in.
In dit programma zijn de behoefte van de kinderen het belangrijkste. Er wordt een goed programma opgesteld waarbij ook naar de belevingen van de kinderen wordt gekeken.
Deze fasen zullen terugkomen in een speciaal tennisrapport voor de kinderen. Dit rapport is door TennisRealistic ontwikkeld. Hierin komen alle doelen uit de verschillende fasen terug. Als het doel behaald is, krijgt het kind een sticker om in het rapport te plakken.